Zo maak je foto’s die niemand ooit wil zien!
Wil je leren hoe je landschapsfoto’s maakt die zo tenenkrommend slecht zijn dat zelfs je kat wegkijkt? Perfect, want deze ultieme gids bevat 20 geniale manieren om elke foto om zeep te helpen. En omdat ik niet compleet harteloos ben, geef ik je ook meteen tips hoe je het wél kunt doen. Hier zijn 20 anti-tips waarmee je gegarandeerd mislukt als landschapsfotograaf. Pak je smartphone (of niet), en laten we beginnen!
1. Prop je beeld lekker vol
Jazeker, volproppen die boel! Stop je beeld helemaal vol met kleine details zodat niemand weet waar-ie naar moet kijken. Het liefst met zoveel mogelijk rommel aan de randen. Chaos is immers ook een stijl… toch?
Hoe het wél moet: Geef je foto ruimte om te ademen. Laat wat lege ruimte rondom je onderwerp, zodat het meer opvalt. Die lege ruimte heet negatieve ruimte en zorgt ervoor dat het hoofdonderwerp (positieve ruimte) echt de aandacht trekt.
2. Negeer lijnen in je compositie
Weggetjes, hekken of beekjes die het oog door de foto leiden? Kapotsaai! Laat die voorgrond en achtergrond het maar zelf uitzoeken en gooi alles lukraak in je beeld.
Hoe het wél moet: Gebruik leidende lijnen om kijkers mee te nemen in je foto. Laat lijnen van de voorgrond naar de achtergrond lopen voor een mooie dynamiek.

3. Fotografeer altijd op ooghoogte
Sta rechtop, houd je camera op ooghoogte, en hoppaa: weer zo’n foto die iedereen al eens heeft gemaakt. Waarom zou je iets anders proberen? Alles op ooghoogte fotograferen is toch lekker veilig en voorspelbaar?
Hoe het wél moet: Speel met je standpunt! Zak door je knieën, ga op je tenen staan of zoek een verhoging in het landschap. Een verrassend perspectief maakt het verschil tussen een gewone of spectaculaire foto.
4. Stel niet scherp
Scherpstellen is zóóó 1995. Waarom zou je moeilijk doen? Laat zien dat je de controle helemaal kwijt bent – niks maakt een foto spannender dan een wazig hoofdonderwerp.
Hoe het wél moet: Zorg dat het belangrijkste in je foto haarscherp is. Gebruik de handmatige scherpstelfunctie van je smartphone voor maximale controle en een professioneel resultaat.

5. Zorg voor een lekker scheve horizon
Een rechte horizon? Veel te gewoontjes! Laat je horizon lekker scheef lopen voor de ultieme ‘ik-weet-niet-wat-recht is’-uitstraling. Perfect om mensen met hun hoofd schuin naar je foto te laten staren. Lachen!
Hoe het wél moet: Zet de horizon recht met het raster (hulplijnen) op je smartphone of tijdens de nabewerking. Een rechte horizon zorgt voor rust en laat je foto er meteen professioneler uitzien.
6. Vermijd het gouden uur
Het gouden uur? Overdreven gedoe! Een hype! Maak liever je foto’s midden op de dag, wanneer elk landschap eruitziet als een met tl-buizen verlicht kantoor.
Hoe het wél moet: Het gouden uur is niet voor niets een klassieker. De kleuren, het zachte licht en de lange schaduwen geven je foto’s een extra vleugje magie.
7. Let niet op reflecties
Een waterplas of beekje? Gewoon links laten liggen. Wat moet je met een mooi spiegelend oppervlak als je ook gewoon een saai stuk grond kunt vastleggen?
Hoe het wél moet: Speel juist met reflecties om je foto meer diepte en symmetrie te geven. Stilstaand water is hét recept voor een spectaculaire spiegelfoto.

8. Bewerk tot het pijn doet aan je ogen
Draai die verzadiging helemaal open en tover je foto om in een felgekleurde kermis. Hoe feller, hoe beter. Subtiele tinten? Pfff. Laat iedereen met tranende ogen naar je creatie kijken – dat maakt indruk, toch?
Hoe het wél moet: Bewerk je foto subtiel! Speel voorzichtig met kleur, contrast en licht/donker om de natuurlijke sfeer van je foto te versterken. Zo blijft het beeld krachtig én prettig om naar te kijken.
9. Fotografeer alleen vanaf toeristische uitkijkpunten
Ga naar dat overvolle uitkijkpunt en schiet dezelfde foto als iedereen die daar ooit is geweest. Originaliteit is voor mensen met te veel tijd, nietwaar?
Hoe het wél moet: Kijk verder dan het standaard uitzichtpunt en ontdek wat er om de hoek te zien is. Soms kunnen een paar stappen opzij je foto al uniek maken.
10. Gebruik je flitser
Waarom vertrouwen op dat zachte, sfeervolle natuurlijke licht als je een flitser hebt? Ga voor dat keiharde licht met scherpe schaduwen. Weg sfeer, hallo bouwlamp-effect!
Hoe het wél moet: Zet je flitser uit en laat het natuurlijke licht het werk doen. Gebruik reflecties of schaduwen om de belichting spannend en natuurlijk te houden. Zo krijgt je foto meer karakter.
11. Zorg voor een akelig witte lucht
De lucht? Lekker belangrijk. Negeer de instellingen van je smartphone en blaas de lucht op tot een plak hagelwitte tandpasta. Geen details, geen sfeer, gewoon een akelig wit vlak. Lekker makkelijk!
Hoe het wél moet: Zorg dat de lucht een rol speelt in je foto door de belichting goed in te stellen. Een lucht met textuur en contrast geeft je beeld meteen meer diepte.
12. Fotografeer alles van veraf
Waarom zou je dichterbij komen? Laat alles toch lekker klein en onopvallend! Laat die details maar lekker opgaan in het grote geheel. Wie heeft er nou zin in een foto met iets wat eruit springt?
Hoe het wél moet: Ga wat dichterbij! Zoek iets moois op de voorgrond en gebruik dat om je foto meer diepte te geven. Combineer het met een mooi uitzicht en je plaatje komt ineens tot leven.
13. Geef altijd je smartphone de schuld
Je smartphone is te oud, de lens te goedkoop, of het statief wiebelde. Het ligt nooit aan jou! Zorg ervoor dat je altijd een excuus paraat hebt waarom je foto’s mislukt zijn.
Hoe het wél moet: Investeer in een goede smartphone en accessoires als je kunt, maar weet dat het uiteindelijk de fotograaf is die de foto maakt, niet de smartphone. Leer je spulletjes goed kennen en haal het beste uit wat je hebt.

14. Maak alléén kleurenfoto’s
Zwart-witfoto’s? Die zijn toch hopeloos ouderwets? Weg met die grijze massa; gebruik altijd en overal kleur, ongeacht wat je voor je neus ziet!
Hoe het wél moet: Kies bewust. Kleur kan sfeer en energie toevoegen, maar soms komen contrast, emotie of vormen juist beter tot hun recht zonder kleur. Experimenteer en kijk wat jouw foto écht nodig heeft.
15. Zoom in en uit met je vingers
Waarom een telelens gebruiken als je ook digitaal kunt inzoomen door je vingers over het scherm te slepen? De heerlijke korreligheid en onscherpte die dat zich meebrengt, geven je foto’s die onmiskenbare ‘low-budget’ uitstraling. Ideaal om je landschap eruit te laten zien als een screenshot van een oude webcam!
Hoe het wél moet: Gebruik de vaste lenzen van je smartphone voor de beste beeldkwaliteit. Vermijd digitale zoom, want die helpt alle details in je foto om zeep. Geen telelens? Loop gewoon dichter naar je onderwerp toe voor een scherp resultaat. Ofwel: zoomen met je voeten!
16. Blijf binnen bij slecht weer
Regen, mist of storm op komst? Blijf binnen! Je bent toch zeker niet gek? Waarom zou je het risico nemen op natte schoenen of koude vingers? Ga op de bank zitten met een kop thee!
Hoe het wél moet: Laat je niet tegenhouden door het weer. Juist regen, mist of storm kunnen je foto’s een dramatische en sfeervolle uitstraling geven die je op een zonnige dag nooit zult vinden. Trek je laarzen aan en ontdek hoe indrukwekkend ‘slecht weer’ kan zijn!

17. Zet je voeten prominent in beeld
Een zonsondergang aan zee? Prachtig! Maar vergeet niet je eigen voeten midden in de compositie te laten vallen, zodat iedereen weet dat jij er ook was. Daarvoor zijn die ligbedden dus!
Hoe het wél moet: Denk na over hoe je ‘het menselijke aspect’ in je foto wilt laten zien. Kom van dat ligbed af en zoek naar een interessante voorgrond of een opvallend silhouet dat je compositie versterkt.
18. Gebruik never nooit een statief bij langere sluitertijden
Waarom een statief gebruiken als je trillende handen veel spannender zijn? Lekker net-niet-scherp – gaaf! Je kunt altijd nog zeggen dat het expres was.
Hoe het wél moet: Zet je smartphone als het even kan op een statief als je ‘slow-shutter’-foto’s wilt maken (foto’s met langere sluitertijden). Ook als je de nachtstand gebruikt of een speciale app.
19. Fotografeer altijd met gore lenzen
Een beetje stof, vet of ingedroogde regendruppels op je lenzen? Boeie! Lekker laten zitten dus, want het levert wááánzinnig onscherpe en wazige effecten op. Kunst!
Hoe het wél moet: Zorg dat je altijd een brillendoekje bij de hand hebt en poets je lenzen regelmatig schoon, net zoals je je tanden poetst (hopelijk). Schone lenzen zorgen voor scherpe foto’s.

20. Maak steeds dezelfde fouten, en daarna nog een keer
Wil je echt slechte foto’s maken? Combineer zoveel mogelijk van de genoemde missers in één beeld. Denk aan een scheve horizon, een overbelichte lucht, en vergeten reflecties. Lekker alles tegelijk!
Hoe je het beter doet: Gebruik deze lijst als een handige checklist om valkuilen te vermijden. Van je fouten leren is de snelste weg naar betere foto’s.
Conclusie: lachen en leren
Met deze 20 anti-tips weet je precies wat je niet moet doen. Maar fouten maken hoort erbij, dus lach erom en verbeter jezelf. Landschapsfotografie draait om kijken, leren, en genieten van het proces. En wie weet, met een beetje oefening word je de fotograaf die je altijd al wilde zijn. Succes – of blijf lekker anti! 😉
leuk opgesteld. Dank je wel
Jij bedankt voor het lezen Marjolijn!