iPhone 16 tips fotografie

9 slimme fototips voor de iPhone 16

De iPhone 16 heeft een camerasysteem waar een spiegelreflex van een paar jaar geleden jaloers op zou zijn. Toch gebruikt de gemiddelde eigenaar ’m alsof het een instapmodel uit 2015 is. Met deze 9 praktische (en soms onverwachte) tips haal je wél alles uit je telefoon zonder dat je foto’s eruitzien als de gemiddelde vakantiekiek.

1. Zet je resolutie op 48 megapixel

Standaard maakt je iPhone 16 24-megapixel foto’s, dubbel zoveel detail als ‘vroeger’. Maar in sommige instellingen (zoals Live Photo of nachtmodus) kan hij stiekem terugschakelen naar 12 MP. Wil je echt alles uit je camera halen, zet dan 48 MP aan via Instellingen –> Camera –> Bestandsstructuren. Het verschil zie je vooral als je later wilt bijsnijden of printen. Veel mensen klagen over de bestandsgrootte van een 48-megapixel foto (‘het kost zoveel opslag‘). Ja, een topfoto kost ruimte. Je koopt toch ook geen luxe koffiemachine om er alleen oploskoffie mee te zetten?

2. Pro-model? Zet ProRAW aan

JPEG en HEIF zijn als een kant-en-klaar broodje uit de supermarkt: makkelijk, maar er zit een hoop in waar je niet om hebt gevraagd. ProRAW legt de volle opname van de sensor vast. Dat betekent dat je achteraf schaduwen kunt oplichten zonder dat het een pixelbrij wordt, of een nét wat overbelichte lucht terug kunt halen. Het kost je misschien een minuut in Snapseed of Lightroom Mobile, maar het verschil is enorm, vooral bij tegenlicht.

iPhone 16 Pro lenzen
Een Pro-iPhone heeft altijd 3 lenzen | Foto: Amanz

3. Portretmodus is niet alleen voor portretten

De meeste mensen zetten de portretmodus aan als ze een hoofd in beeld hebben, en vergeten ’m verder. Zonde! De portretmodus werkt ook prima voor een kop koffie op een tafeltje, een bloem in een vaas of het vastleggen van een culinair gerechtje. Superhandig bij foto’s waarbij je onderwerp los mag komen van de achtergrond. Op de iPhone 16 kun je ook achteraf de scherpte verleggen. Dat werkt ook bij foto’s die automatisch als portret zijn herkend, zelfs als je die stand niet handmatig hebt aangezet.

4. Live Photo kan je kwaliteit nekken

Live Photo legt 1,5 seconde voor en na de opname vast. Handig bij onderwerpen die niet stil (willen) zitten want je kunt achteraf gemakkelijk de beste en meest scherpe foto selecteren. Een nadeel van die functie is dat het de resolutie terugdraait naar 12 megapixel en je opeens geen gebruik meer maakt van de voordelen van ProRAW. Als je voor maximale beeldkwaliteit gaat: zet het uit. Ben je bang om het ultieme moment te missen? Dan is er altijd nog de burst-modus die je uit de brand kan helpen.

5. Ultragroothoek = meer dan ‘alles past erop’

De ultragroothoek op de iPhone 16 is beter dan ooit. Maar gebruik ’m niet alleen als je ‘het hele gebouw‘ in beeld wil. Ga er eens vlak bij staan voor een lekker dramatisch effect, of gebruik ’m juist voor een reflectie in een natte straat. De lens vertekent je beeld als een malle, dus maak een bewuste keuze tussen kaarsrecht houden of bewust overdrijven. Ertussenin is de slappe middenweg.

6. Oefen niet voor de Taj Mahal, maar thuis

Veel iPhone-gebruikers gaan pas op vakantie echt aan de slag met hun nieuwe telefoon. Fout. Oefen thuis, onderweg naar de supermarkt of op een regenachtige zondagmiddag. Zet ProRAW aan, test wat er gebeurt als je handmatig de belichting naar beneden trekt, speel met verschillende lenzen. Dan weet je wat je camera doet op het moment dat het écht moet lukken. Want een foto van de Taj Mahal maak je niet efkes opnieuw als je er thuis achterkomt dat de wolken onherstelbaar overbelicht zijn.

7. Nabewerken = sfeer versterken

Een iPhone 16 maakt technisch gezien al mooie foto’s, maar Apple kiest kleuren en contrast die voor 80% van de gebruikers werken. Jij zit in die andere 20%, of niet dan! Schaduwen mogen bijvoorbeeld best pikzwart zijn, al vind je iPhone van niet. Bekijk wat je foto nodig heeft om een bijzondere sfeer neer te zetten.

8. Portretten maken zonder portretmodus

De iPhone 16 herkent mensen, katten en honden automatisch, zelfs als je in de gewone fotomodus schiet. Als de camera genoeg diepte-informatie ziet, krijg je achteraf in de Foto’s-app de optie om de achtergrond te vervagen én het scherpstelpunt te verleggen. Het mooie daarvan is dat je bij de opname niet eerst handmatig naar portretmodus hoeft wisselen, en dat kan nét het verschil maken bij spontane fotomomenten.

De cameraregelaar van de iPhone 16
De iPhone 16 met bovenaan de cameraregelaar | Foto: Samuel Angor

9. ‘Focussen’ door te vergrendelen

Nu je een iPhone 16 hebt, wordt het tijd om afscheid te nemen van dat eindeloze getik op het scherm om scherp te stellen en de juiste belichting te kiezen. Vanaf nu ga je het anders doen! Houd je vinger langer op het onderwerp op je scherm tot je ‘AE/AF-vergrendeling’ ziet. Op die manier zet je de belichting én scherpte vast, ook als je de compositie verandert. Handig bij tegenlicht of scènes met veel contrast, waarbij de automatische belichting anders elke keer iets anders kiest. Door het ‘zonnetje’ omhoog of omlaag te vegen, kun je de belichting aanpassen.

Met de iPhone 16 kun je de AE/AF-vergrendeling ook inschakelen door kort op de cameraregelaar te tikken en deze ingedrukt te houden. Alleen bepaalt je smartphone dan het scherpstelpunt. Werkt het niet? Ga dan naar Instellingen –> Camera –> Cameraregelaar en activeer de optie ‘Vergrendel scherpstelling en belichting’. Overigens kun je ook de belichting instellen via de cameraregelaar.

Kortom

Je hebt een telefoon van meer dan 1000 euro met een camerasysteem waar een spiegelreflex uit 2018 jaloers op zou zijn. Maar alleen als je weet waar je op moet letten. Zet je instellingen goed, begrijp wat de software in je telefoon doet, en gebruik de functies slim. Dan pas heb je iets in handen dat het prijskaartje waard is.

Meer weten over het kiezen van de beste smartphone voor fotografie? Lees dan deze blog voor de beste keuzes van 2025.

Dit artikel is tot stand gekomen in samenwerking met Mediamarkt.

Lissabon - foto met tegenlicht