Zie het maar eens voor elkaar te krijgen: een foto goed belichten als de hoeveelheid licht net zo schaars is als water in de Sahara. De meeste smartphone-fotografen schakelen dan naar de nachtmodus van hun mobiel en hopen er maar het beste van. Die nachtmodus is fantastisch, maar is niet altijd het magische wondermiddel. Nee, daar moeten toch echt die grijze cellen van jou aan te pas komen. Ik geef je een zetje met 7 tips voor betere foto’s in situaties met weinig of slecht licht.
De nachtmodus, maar dan anders
Wist je dat je smartphone ‘voelt’ of jij hem vasthoudt of niet? Dat komt vooral goed van pas als jij of de camera zelf de nachtmodus activeert. Als je je mobiel zelf vasthoudt, dan duurt zo’n opname gemiddeld 3 seconden. Zodra je smartphone detecteert dat hij rotsvast op een statief staat, dan kun je de opname verlengen tot wel een halve minuut. Door al die extra beeldinformatie die de sensor ontvangt, krijgt je foto minder ruis en zal er meer detail zichtbaar zijn.
Nu denk je misschien: ja hallo zeg, ik ga toch zeker geen statief meesjouwen! Bedenk dan dat het ’m niet zit in de grootte van een statief. Ook een ieniemienie statiefje voldoet prima!
En dan nog iets: soms wil je smartphone de nachtmodus niet activeren. Dat gebeurt bijvoorbeeld als er een felle lichtbron in beeld staat die de lichtmeter voor de gek houdt. Vooral iPhones hebben zo hun eigen idee wanneer het tijd is voor de avondstand. Je kunt de nachtmodus dan alsnog activeren door op het icoontje te tikken naast de flitser.
Let op lichtval
Waar komt het licht vandaan? Overdag is dat niet zo’n lastige vraag, maar ’s avonds is het een ander verhaal. Kijk om je heen: waar zijn de grote lichtbronnen, waar valt het licht op en hoe kun je daar slim gebruik van maken? En draai de boel eens om: kies je onderwerp op basis van de hoeveelheid licht die erop valt. Of verplaats je onderwerp naar het licht als dat kan. Maak gebruik van lantaarnpalen, etalagelicht, koplampen van auto’s, lichtreclame, enz.

Gebruik een ‘slow shutter’-app
Dankzij de nachtmodus heb je meestal geen andere app nodig om een goede avondfoto te maken. Maar wat als je een telefoon hebt zonder die slimme nachtkijker? Of wat als die nachtmodus niet helemaal begrijpt wat jij wilt vastleggen? Dan zit er niets anders op dan uit te wijken naar de Pro-modus op je telefoon (alleen Android) of uit te wijken naar een externe app als Camera+ of een app die speciaal ontwikkeld is voor avondfotografie, zoals Slow Shutter Cam. Wat je ook gebruikt: belangrijk is dat je de volledige zeggenschap hebt over sluitertijd en ISO-waarde.
Die ISO-waarde bepaalt min of meer hoeveel ruis er in je foto ontstaat. Een laag ISO-getal levert weinig ruis op; een hoog getal heel veel ruis. In een Pro- of Slow Shutter-app kun je de ISO-waarde helemaal terugdraaien en de sluitertijd daarop aanpassen. Nadeel van deze manier van avondfotografie is dat je écht niet zonder statief kunt.
Mijd de telelens
Een ingezoomde foto met telelens is overdag al een opgave om goed stil te houden, laat staan als er weinig of slecht licht is. Als je bewegingsonscherpte en vaaaaage foto’s helemaal het einde vindt: gebruik dan ’s avonds de telelens van je smartphone. Hou je toch meer van scherpe foto’s, mijd dan de telestand. 😉

Het omgekeerde is ook waar: bij een ultragroothoeklens heb je juist minder last van trillingen en bewegingsonscherpte. Daardoor kun je een langere sluitertijd gebruiken en een lagere ISO zodat er minder ruis in foto’s ontstaat.
Fotografeer in (Pro)RAW
Bij slecht licht is het alle hens aan dek om zo veel mogelijk beeldinformatie uit de sensor te sleuren. Een foto opgeslagen in JPEG of HEIC levert die informatie per definitie niet, maar RAW ziet en bewaart alles wat de sensor naar boven tovert. En dat levert belangrijke voordelen op bij het nabewerken van je foto. Een tijdje geleden heb ik daar een complete blog aan gewijd, dus als je daar meer over wilt weten (en leuke info over wortels), lees dan verder op deze pagina.
Maak zelf licht!
Ongetwijfeld weet je dat de flitser van je smartphone een draak van een ding is. Sowieso is een lichtbron vlak naast de lens nooit een goed idee, ook niet bij spiegelreflex- en systeemcamera‘s. Maar een lichtbron op een wat grotere afstand van je lens kan een wereld van verschil maken. Een schemerlamp van thuis neem je niet zo gemakkelijk mee, dus dan is een draagbaar lampje superhandig.
Gek genoeg is de markt voor ‘portable lights’ hartstikke schemerig. Wat je nou precies koopt, en hoeveel lichtopbrengst je kunt verwachten; dat blijft toch een beetje troebel. In mijn blog over ringlampen lees je hoe fabrikanten appels met peren vergelijken en jou achterlaten met een dik vraagteken.
In de wereld van draagbare lampen is het niet veel beter. Je moet er niet van opkijken als een lampje met een lichtopbrengst van 300 lumen (vergelijkbaar met een gloeilamp van 25 Watt) wordt voorgesteld als felle studiospot. Lichtopbrengst kost je euro’s: een goedkoop lampje staat vrijwel altijd synoniem aan teleurstellend weinig licht.
En die prijzen zijn misschien even wennen als je er niet in thuis bent. Een van de beste lampjes voor smartphone-fotografie is de Lume Cube, een kubuslampje van 4 x 4 x 4 centimeter met een lichtopbrengst van 1500 lumen (vergelijkbaar met een gloeilamp van 120 Watt). Het leuke is dat het lampje een magneetsysteem heeft waardoor je er allerlei accessoires zoals diffusers en kleurenfilters op kunt klikken. Maar ja, hij kost dan ook een lieve 99 euro, en dat is dan zonder al die leuke accessoires.


Is je portemonnee wat minder gevuld en neem je genoegen met de helft minder licht, dan is de Cute Lite van Ulanzi een mooi alternatief. Het lampje ziet eruit als een remake van de Lume Cube, maar levert beduidend minder licht (800 lumen). Ulanzi is wel zo aardig om daar alle mogelijke accessoires bij te leveren die je maar kunt bedenken. En dat zit dan allemaal netjes verpakt in een etuitje. Een erg leuke manier om kennis te maken met ‘draagbaar licht’.
Maar wacht even, je kunt toch ook de zaklamp van een tweede smartphone als lichtbron gebruiken? Ja, dat kan zeker, maar bedenk dat die flitser (of zaklamp) feller lijkt dan het in werkelijkheid is. De flitser van een smartphone levert in de felste stand tussen de 50 en 100 lumen. Echt peanuts als je het vergelijkt met de Lume Cube en de Cute Lite.
Besteed aandacht aan nabewerking
Ja, ik weet het: op je telefoon ziet alles er prachtig uit, maar zoom nu eens iets verder in op je avondfoto? Een foto in moeilijke lichtsituaties is zelden ‘klaar’ als je camera hem aflevert in de fotobibliotheek van je smartphone. De kans is groot dat je de foto lichter wil maken, zodat er meer details zichtbaar zijn in de donkere delen. Pas daar wel mee op. Met het oplichten van je foto neemt ook de beeldruis flink toe.

Probeer de foto ook selectief, dus niet de foto als één geheel, te bewerken. Kijk of je je foto interessanter kunt maken door delen donkerder of juist lichter te maken. Dat kan bijvoorbeeld prima met het ‘Selectief’-gereedschap in Snapseed. In deze blog lees je hoe dat werkt.